Hostname: page-component-586b7cd67f-l7hp2 Total loading time: 0 Render date: 2024-11-26T04:18:35.498Z Has data issue: false hasContentIssue false

Faux Pas ou Pas de Deux? Recent Developments in the Relationship between the Legislature and the Judiciary in the Netherlands

Published online by Cambridge University Press:  21 May 2009

Get access

Extract

The Board of Editors of this review has asked us to write an essay on the recent developments in the relationship between the legislature and the judiciary in the Netherlands. We have gladly accepted this invitation because an analysis of these developments enables us to outline one of the most fundamental trends in the Dutch legal system during the last few years. We believe that this outline may be of interest to Dutch and foreign readers alike.

Type
Articles
Copyright
Copyright © T.M.C. Asser Press 1986

Access options

Get access to the full version of this content by using one of the access options below. (Log in options will check for institutional or personal access. Content may require purchase if you do not have access.)

References

1. See generally, David, R., ‘Sources of Law’, 2 International Encyclopedia of Comparative Law (1984) Ch. 3 pp. 3546, 111–37Google Scholar.

2. See generally, Burkens, M.C.B., ‘The Complete Revision of the Dutch Constitution’, 29 NILR (1982) p. 323CrossRefGoogle Scholar.

3. See Proeve van een nieuwe grondwet(1966) pp. 55, 179–80.

4. See Tweede rapport van de Staatscommissie van advies inzake de Grondwet en de Kieswet (1969) pp. 34–41; Eindrapport van de Staatscommissie van advies inzake de Grondwet en de Kieswet (1971) pp. 251–57, 272–74.

5. See Bijlagen Handelingen Tweede Kamer, zitting 1973–1974, No. 12944, No. 2, at p. 12 (reprinted in 12 Naar een nieuwe grondwet? (1 Nota inzake het grondwetsherzieningsbeleid) (1977) p. 34) (authors' translation).

6. See Bijlagen Handelingen Tweede Kamer, zitting 1980–1981, No. 16162, No. 8, at p. 21, note 1 (reprinted in 23 Naar een nieuwe grondwet? (Algehele grondwetsherziening, eerste lezing: deel VI Rechtspraak) (1983) p. 94).

7. See Advocate-General Remmelink in his Opinion for the HR, 5 November 1985, NJ 1986, No. 280, at p. 1099, AB 1986, No. 309, at p. 913.

8. See HR, 16 May 1986, RvdW 1986, No. 110.

9. See Pot, C.W. van der and Donner, A.M., Handboek van het Nederlandse Staatsrecht, 11th edn. (1983) p. 455Google Scholar.

10. Ibid.

11. Ibid., at pp. 526–30.

12. See generally, Mok, M.R., ‘Rechterlijke toetsing van wetgeving’, in Recht op scherp. Beschouwingen over handhaving van publiekrecht aangeboden aan Prof. Mr. W. Duk (1984) p. 55Google Scholar.

13. HR, 7 March 1963, NJ 1963, No. 127, at p. 362 (authors' translation).

14. HR, 16 May 1986, RvdW 1986, No. 110, at p. 459 (authors' translation). See also, Pres. DC VGravenhage, 26 June 1986, KG 1986, No. 320.

15. See generally, Erades, L., ‘International Law and the Netherlands Legal Order', in van Panhuys, H.F. et al. , eds., International Law in the Netherlands (1980) p. 375Google Scholar; Brinkhorst, L. J. and Lammers, J.G., ‘The Impact of International Law, Including European Community Law on the Netherlands Legal Order”, in Fokkema, D.C. et al. , eds., Introduction to Dutch Law for Foreign Lawyers (1978) p. 561Google Scholar; Erades, L. and Gould, W.L., The Relation between International Law and Municipal Law in the Netherlands and in the United States (1961)Google Scholar.

16. See Bijlagen Handelingen Tweede Kamer, zitting 1979–1980, No. 16162, No. 3, at p. 21 (reprinted in 23 Naar een nieuwe grondwet? (Algehele grondwetsherziening, eerste lezing, deel VI: Rechtspraak (1983) p. 25).

17. See Meijers, H., ‘Rond het Internationale gewoonterecht in Nederland”, 91 Med. Ned. Ver. voor Int. Recht (1985) pp. 55, 113–14Google Scholar.

18. See generally, Koopmans, T., ‘De rol van de wetgever’, in Honderd jaar rechtsleven; Nederlandse Juristen Vereniging 1870–1970 (1970) p. 221Google Scholar.

19. See generally, Coopmans, J.P.A., ‘Vrijheid en gebondenheid van de rechter vóór de codificatie’, in Rechtsvinding. Opstellen aangeboden aan Prof. Dr. J.M. Pieters, ter gelegenheid van zijn afscheid als hoogleraar aan de Katholieke Hogeschool te Tilburg (1970) p. 71Google Scholar.

20. See generally, Wiarda, G.J., Drie typen van rechtsvinding, 2nd edn. (1980)Google Scholar.

21. See generally, Kottenhagen, R.J.P., Van precedent tot precedent. Over de plaats en functie van het rechtersrecht in een gecodificeerd rechtsstelsel (1986) pp. 1150Google Scholar.

22. See Drion, J., ‘Stare decisis. Het gezag van precedenten’, in Verzamelde Geschriften (1968) pp. 149, 156Google Scholar; Jessurun, H.U. d'Oliveira, ‘De raeerwaarde van rechterlijke uitspraken (Arrêts de règlement en precedenten)’, 10 Geschr. van de Ned. Ver. voor Rechtsvergelijking (1973) pp. 1012Google Scholar; Kottenhagen, , op. cit. n. 21, at pp. 113–16Google Scholar.

23. DC Groningen, 11 May 1962, cited in HR, 31 October 1962, NJ 1963, No. 58, at p. 184 (authors' translation).

24. Opinion of Advocate-General Bakhoven for the HR, 31 October 1962, NJ 1962, No. 58, at p. 190 (authors' translation).

25. HR, 31 October 1962, NJ 1962, No. 58, at p. 186 (authors' translation).

26. See CA Amsterdam, 8 July 1971 and 17 April 1973, NJ 1973, No. 330; CA Amsterdam, 25 April 1972 and 22 May 1973, NJ 1973, No. 331; CA 's-Gravenhage, 23 November 1973, NJ 1975, No. 49; CA 's-Gravenhage, 7 June 1974, NJ 1975, No. 50; CA 's-Gravenhage, 7 June 1974, NJ 1975, No. 51; DC Arnhem, 4 April 1974, NJ 1975, No. 52.

27. See generally, Hondius, E.H., ‘Juridical Organisation in the Netherlands’, in Introduction to Dutch Law, op. cit. n. 15, at pp. 17, 21Google Scholar.

28. Opinion of ‘Procureur-Generaal’ Langemeijer for the HR, 13 December 1973, NJ 1975, No. 130, at p. 421 (authors' translation).

29. HR, 13 December 1973, NJ 1975, No. 130, at p. 422 (authors' translation).

30. HR, 3 January 1975, NJ 1975, No. 187, at p. 570 (authors' translation).

31. See Van der Reijt, F.A., ‘Transsexueel en (scherp)rechter’, in Transsexualiteit. Vreemdeling in eigen lichaam/Juridische en medische opstellen (1976) p. 1Google Scholar; EW. Grosheide, ‘Rechter of Wetgever?’, ibid. p. 44.

32. See Bijlagen Handelingen Tweede Kamer, zitting 1981–1982, No. 17297, No. 5, at p. 2.

33. Ibid. No. 3, at pp. 13–17.

34. Act of 24 April 1985, containing further rules aiding transsexuals concerning the adjustment of the entry on sex contained in the birth certificate, Stb. 1985, No. 243; entry into force on 1 August 1985 (Stb. 1985, No. 401).

35. The (draft) Act is discussed in Van der Reijt, F.A., ‘Naar een nieuwe wetgeving voor transsexuele mensen’, 4 FJR (1982) p. 1Google Scholar; and Grosheide, F.W., ‘Naar een juridisch statuut voor transsexuelen’, 58 NJB (1983) p. 438Google Scholar.

36. See the literature in the Opinion of Advocate-General Haak for the HR, 27 November 1981, NJ 1982, No. 503, at p. 1729.

37. Ibid, at p. 1730.

38. Act of 14 June 1956 purporting to abolish the legal incapacity of the married woman, Stb. 1956, No. 343; entry into force on 1 January 1957, Stb. 1956, No. 413.

39. See generally, Hondius, E.H., ‘Recodification of the Law in the Netherlands. The New Civil Code Experience”, 29 NILR (1982) p. 348CrossRefGoogle Scholar.

40. See Bijlagen Handelingen Tweede Kamer, 1954–1955, No. 1430, No. 8, at p. 8.

41. See Zeben, C.J. van et al. , Parlementaire Geschiedenis van het Nieuwe Burgerlijk Wetboek. Boek 1: Personen- en familierecht, p. 280Google Scholar(authors' translation).

42. HR, 7 October 1959, BNB 1959, No. 335 note Schuttevâer (authors' translation).

43. See van Zeben, C.J. and van Ewijk, O.W., Parlementaire Geschiedenis van het Nieuwe Burgerlijk Wetboek. Invoeringswet Boek 1: Personen- en familierecht, p. 1186Google Scholar.

44. Ibid, (authors' translation).

45. Ibid., at p. 1187 (authors' translation).

46. See Decree of 4 June 1969 as to the entry into force of the Act of Enactment of Book 1 new Civil Code (Stb. 1969, No. 167), Stb. 1969, No. 259.

47. HR, 27 November 1981, NJ 1982, No. 503 note Luijten and Heemskerk, 31 AA (1982) p. 665 note Van Schilfgaarde. See, for a discussion of this case, Waaijer, J.M.A., ‘Pensions and Divorce: A Comparative Study of the Legal Position in Various European Countries’, 31 NILR (1984) p. 199CrossRefGoogle Scholar.

48. CA ‘s-Hertogenbosch, 15 April 1980, cited in HR, 27 November 1981, NJ 1982, No. 503, at p. 1724 (authors' translation).

49. Opinion of Advocate-General Haak for the HR, 27 November 1981, NJ 1982, No. 503, at p. 1730 (authors' translation).

50. HR, 27 November 1981, NJ 1982, No. 503, at p. 1727, 31 AA (1982) pp. 665, 666–67 (authors' translation).

51. See the literature cited in the Explanatory Memorandum accompanying the draft Act on Distribution of Pension Rights in connection with Divorce (not yet published).

52. The text of the draft Act is reproduced and analysed in Schoordijk, H.C.F. and Villain, H.J., ‘Verrekening van pensioenrechten bij scheiding (een voorontwerp van wet)’, 114 WFR (1985) p. 1703 (No. 5710)Google Scholar; Bod, Th.L.J., ‘Pensioenverrekening bij echtscheiding II. Het voorontwerp van wet verrekening pensioenrechten bij scheiding’, 117 WPNR (1986) pp. 149Google Scholar(No. 5774), 169 (No. 5775). See also, Tillema, J., ‘Echtscheiding en pensioen’, 35 AA (1986) p. 302Google Scholar; Van Mourik, M.J.A., ‘Het Voorontwerp van wet “Verrekening pensioenrechten bij scheiding”’, 8 FJR (1986) p. 117Google Scholar.

53. HR, 27 November 1984, NJ 1985, No. 106, at p. 459, 34 AA (1985) p. 330 (authors' translation).

54. Ibid., at pp. 459–60, 34 AA at p. 331.

55. Van Veen, Th.W., ‘Case note’, NJ 1985, No. 106, at p. 467Google Scholar (authors' translation).

56. See Rapport van de Staatscommissie euthanasie (1985). See also, Enschedé, Ch.J., ‘Kanttekeningen bij het advies van de Staatscommissie euthanasie’, 61 NJB (1986) p. 37Google Scholar.

57. See Bijlagen Handelingen Tweede Kamer, zitting 1985–1986, No. 18331, No. 38.

58. See Bijlagen Handelingen Tweede Kamer, zitting 1985–1986, No. 19359, No. 2.

59. See Regeerakkoord, Ch. II, s. 3 (Euthanasia), Bijlagen Handelingen Tweede Kamer, zitting 1985–1986, No. 19555, No. 3, at pp. 25–27.

60. See Bijlagen Handelingen Tweede Kamer, zitting 1985–1986, No. 18331, No. 43, C.

61. European Convention for the Protection of Human Rights and Fundamental Freedoms, Trb. 1951, No. 154, 213 UNTS 221 (No. 2889); entry into force for the Netherlands on 31 August 1954 (Trb. 1954, No. 151, 213 UNTS 260).

62. Marckxcase, Eur. Court H.R., 13 June 1979, Series A, No. 31.

63. Ibid., paras. 31–34, at pp. 14–16.

64. HR, 18 January 1980, NJ 1980, No. 463, at pp. 1461–62 (translation taken from 13 NYIL (1982) pp. 363, 364).

65. See, e.g., HR, 4 May 1984, NJ 1985, No. 510 note Luijten and Alkeraa; HR, 22 February 1985, NJ 1986, No. 3 note Luijten and Alkema; HR, 10 May 1985, NJ 1986, No. 5 note Heemskerk; HR, 15 July 1985, NJ 1986, No. 6. See also, infra, the cases cited at n. 79.

66. See the literature cited in the Opinion of Advocate-General Moltmaker for the HR, 4 May 1984, NJ 1985, No. 510, at pp. 1655–58.

67. See Bijlagen Handelingen Tweede Kamer, zitting 1979–1980, No. 15638, No. 5.

68. Ibid. No. 6, at pp. 4–5 (authors' translation).

69. See Bijlagen Handelingen Eerste Kamer, zitting 1984–1985, No. 15638, No. 200.

70. See Bijlagen Handelingen TWeede Kamer, zitting 1986–1987, No. 19700, Chapter VI, No. 2, at p. 21.

71. See Wortmann, S., ‘Wetsvoorstel nadere regeling ouderlijke zorg en omgang’, 8 FJR (1986) p. 139Google Scholar; Hammerstein-Schoonderwoerd, W., ‘Ouderlijke macht, zorg en voogdij’, 8 FJR (1986) p. 150Google Scholar.

72. See also, the Opinion of Advocate-General Moltmaker for the HR, 4 May 1984, NJ 1985, No. 510, at p. 1658.

73. HR, 4 May 1984, NJ 1985, No. 510 note Alkema and Luijten, 9 NJCM-Bulletin (1984) p. 352 note Elzinga and Heringa.

74. Opinion of Advocate-General Moltmaker for the HR, 4 May 1984, NJ 1985, No. 510, at p. 1657 (authors' translation).

75. HR, 4 May 1984, NJ 1985, No. 510, at pp. 1651–52 (translation taken from 17 NYIL (1986) pp. 247, 249–50).

76. Ibid., at p. 1652 (translation taken from 17 NYIL (1986) pp. 247, 250).

77. See Opinion of Advocate-General Moltmaker for the HR, 21 March 1986, NJ 1986, No. 586, at pp. 2206–9.

78. See Opinion of Advocate-General Moltmaker for the HR, 21 March 1986, NJ 1986, No. 585, at pp. 2193–2203.

79. HR, 21 March 1986, NJ 1986, No. 585; HR, 21 March 1986, NJ 1986, No. 586; HR, 21 March 1986, NJ 1986, No. 587; HR, 21 March 1986, NJ 1986, No. 588. See also HR, 11 April 1986, NJ 1986, No. 589.

80. See generally, Rood-De Boer, M., ‘Duidelijkheid en zekerheid. Vier voorjaarsbeschikkingen van de Hoge Raad met richtlijnen’, 61 NJB (1986) p. 601Google Scholar; De Langen, M., ‘Gezamenlijk gezag aan niet gehuwde en nimmer gehuwd geweest zijnde ouders’, 117 WPNR (1986) p. 334 (No. 5784)Google Scholar; Wortmann, S. and Jansen, I., ‘De Hoge Raad en de ouderlijke macht’, 8 FJR (1986) p. 93Google Scholar; Willems, A.W.M., ‘Ouderlijke macht van ongehuwden’, 61 NJB (1986) p. 604Google Scholar; de Boer, J., ‘Case note’, 11 NJCM-Bulletin (1986) p. 348Google Scholar; Alkema, E.A. and Luijten, E.A.A., ‘Case note’, NJ 1986, No. 588, at p. 2214Google Scholar; van Mourik, M.J.A., ‘Case note’, 35 AA (1986) p. 554Google Scholar.

81. See also, Drion, H., ‘Praten over rechtsvinding, de verhouding wet – rechter en het nieuwe BW’, 58 NJB (1983) p. 1220Google Scholar.

82. See Oranje, L., ‘Over Van Eijkern zelf’, in Kracht van wet. Opstellen over publiekrechtelijke wetgeving, aangeboden aan Mr. W.J. van Eijkern bij zijn afscheid als hoofd van de Stafafdeling Wetgeving Publiekrecht van het Ministerie van Justitie (1984) pp. IX, XIIIGoogle Scholar.

83. See generally, Polak, J.M., ‘De adviezen van de Raad van State over wetgeving’, in Non ex regula. Liber amicorum Mr. J. van der Hoeven (1985) p. 111Google Scholar.

84. See Haardt, W.L., ‘Rechter en Wetgeving’, in de Gaay Fortman, W.F., ed., Problemen van Wetgeving (1982) p. 115Google Scholar.

85. See Rapport van de bijzondere commissie Onderzoek van de Organisatie en de Werkwijze van de Tweede Kamer, Bijlagen Handelingen Tweede Kamer, zitting 1985–1986, No. 19336. See also, Bijlage Handelingen Tweede Kamer, zitting 1986–1987, No. 19700, Chapter VI, No. 2, at pp. 14–15 for the point of view of the Minister for Justice.

86. See, e.g., Burkens, M.C.B. et al. , ‘Het proces van wetgeving tussen politieke wens en juridische techniek’, 58 Geschrift van de Teldersstichting (1986)Google Scholar.

87. See generally, Drion, H., ‘Functies van rechtsregels in het privaatrecht’, in Speculum Langemeijer. 31 Rechtsgeleerde Opstellen (1973) p. 49Google Scholar.

88. See generally, Polak, M.V., ‘Algemene beginselen van rechterlijk overgangsrecht’, RM Themis 1984, p. 228Google Scholar.

89. See Polak, M.V., ‘Omgaan en overgaan; recente rechtspraak inzake rechterlijk overgangsrecht’, 117 WPNR (1986) pp. 299Google Scholar(No. 5782), 315 (No. 5783).

90. See Drion, H. and Polak, J.M., ‘Een noot van twee voorstanders’, 108 WPNR (1977) p. 615Google Scholar(No. 5408).

91. See generally, d'Oliveira, H.U. Jessurun, ‘Kassatie in het belang van het recht’, in Speculum Langemeijer. 31 Rechtsgeleerde Opstellen (1973) p. 223Google Scholar.

92. See Bergh, W. van den and Huisman, E., ‘Interview met Mr. W.J.M. Berger, Procureur-Generaal bij de Hoge Raad’, 35 AA (1986) pp. 427, 429–30Google Scholar.

93. But see DC Rotterdam, 26 February 1973, NJ 1973, No. 296.

94. See Polak, J.M., ‘Adviseren en rechtspreken. Enkele beschouwingen over functionele en organisatorische combinaties’, in Adviseren aan de Overheid (serie Voorstudies en Achtergronden van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid, 1977) p. 365Google Scholar.

95. See Polak, J.M., ‘Dient verandering te worden gebracht in de wijze van voorbereiding en totstandkoming van wetgeving?’, 109 Handelingen Nederlandse Juristen-Vereniging, Vol. 1, part 1 (1979) pp. 7, 1415Google Scholar. But see Hartkamp, A., ‘Rechterlijke rechtsvorming via jaarverslagen?’, 61 NJB (1986) p. 1027Google Scholar, noting constitutional obstacles.