Hostname: page-component-586b7cd67f-tf8b9 Total loading time: 0 Render date: 2024-11-26T06:27:14.388Z Has data issue: false hasContentIssue false

C. C. A. Voskuil, De internationale bevoegdheid van de Nederlandse rechter, Scheltema en Holtema N.V. Amsterdam1962.

Published online by Cambridge University Press:  21 May 2009

Get access

Abstract

Image of the first page of this content. For PDF version, please use the ‘Save PDF’ preceeding this image.'
Type
Boekbesprekingen — Bookreviews
Copyright
Copyright © T.M.C. Asser Press 1963

Access options

Get access to the full version of this content by using one of the access options below. (Log in options will check for institutional or personal access. Content may require purchase if you do not have access.)

References

1. H.R. 10 januari 1924 N.J. 1924, p. 281: “… welke bepaling (sc. 126, 3), tenzij de wet uitdrukkelijk het tegendeel bepaalt, krachtens art. 9 A.B., ook geldt voor vreemdelingen…”. — Het is de vraag of bij formeel gelijke toepassing op Nederlanders en op vreemdelingen van jurisdictievoorschriften, die aan het (niet-) wonen of (niet-) verblijven van eiser of gedaagde “in het Koninkrijk”, d.i. voor de Nederlander in zijn vaderland, gevolgen toekennen, ook de werkelijke rechts-gelijkheid, die door art. 9 A.B. wordt nagestreefd, bereikt wordt.