Book contents
- Frontmatter
- Acknowledgments
- Contents
- List of Abbreviations
- INTRODUCTION
- PART I THE PRACTICE OF PROCESS-BASED FUNDAMENTAL RIGHTS REVIEW
- PART II THE CONCEPT OF PROCESS-BASED FUNDAMENTAL RIGHTS REVIEW
- PART III THE THEORY ON PROCESS-BASED FUNDAMENTAL RIGHTS REVIEW
- CONCLUSION
- Addendum: Questions for ECtHR Judges
- Summary
- Samenvatting
- Bibliography
- Official Documents
- Case-Law (by Jurisdiction)
- Case-Law (by Name)
- Curriculum vitae
- Human Rights Research Series
- Index
- Frontmatter
- Acknowledgments
- Contents
- List of Abbreviations
- INTRODUCTION
- PART I THE PRACTICE OF PROCESS-BASED FUNDAMENTAL RIGHTS REVIEW
- PART II THE CONCEPT OF PROCESS-BASED FUNDAMENTAL RIGHTS REVIEW
- PART III THE THEORY ON PROCESS-BASED FUNDAMENTAL RIGHTS REVIEW
- CONCLUSION
- Addendum: Questions for ECtHR Judges
- Summary
- Samenvatting
- Bibliography
- Official Documents
- Case-Law (by Jurisdiction)
- Case-Law (by Name)
- Curriculum vitae
- Human Rights Research Series
- Index
Summary
PROCESGEBASEERDE TOETSING IN RECHTSPRAAK OVER FUNDAMENTELE RECHTEN
Procesgebaseerde toetsing komt in de hele wereld voor in rechtspraak over fundamentele rechten. Dit type rechterlijke toetsing houdt in dat de rechter de eerlijkheid, grondigheid en kwaliteit toetst van de besluitvormingsprocedures van wetgevende, bestuurlijke en rechterlijke autoriteiten om zo te kunnen bepalen of fundamentele rechten zijn geschonden. Deze toetsing wordt over het algemeen gecontrasteerd met materiele toetsing, wat betekent dat de rechter kijkt naar de inhoudelijke redelijkheid van maatregelen die fundamentele rechten raken. Ondanks dat procedurele toetsing wordt toegepast in rechtszaken waarin fundamentele rechten spelen, is het gebruik ervan controversieel. In de Verenigde Staten is de oproep van John Hart Ely voor een procesgeorienteerde, participatieversterkende rechterlijke toetsing – geinspireerd door de fameuze footnote four van voormalige rechter Stone van het Supreme Court van de VS in Carole Products uit 1938 – ontvangen met aanzienlijke kritiek in de jaren ‘80. Zo werd bijvoorbeeld beargumenteerd dat procedurele toetsing niet de ‘counter-majoritarian difficulty’ kan omzeilen en dat de rechter het toepast om zijn normatieve beoordeling te verhullen, onder het mom van een ‘neutrale’, procesgebaseerde toetsing.
Vandaag de dag is een debat gaande over het gebruik van procedurele toetsing door het Europese Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM). Er wordt gesproken over een procedurele omwenteling bij het EHRM. Wanneer het bepaalt of staten een van de materiele rechten uit het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens hebben geschonden, lijkt het EHRM zich in toenemende mate te richten op de nationale besluitvormingsprocedures. Huidig juridisch onderzoek concentreert zich op het begrijpen van deze procedurele omwenteling, op het uitleggen van de redenen voor deze procedurele trend en op argumenten die deze ontwikkeling duiden als positief of negatief. Een voorbeeld: enerzijds wordt procedurele toetsing beschouwd als passend bij de subsidiaire positie van het EHRM en nuttig om nationale overheden aan te moedigen om de EVRM-rechten te beschermen. Anderzijds wordt gesteld dat procedurele toetsing kan leiden tot verminderde bescherming van fundamentele rechten en dat het onbevredigend kan zijn voor klagers die in Straatsburg op zoek zijn naar materiele rechtvaardigheid. Aan de complexiteit van deze wetenschappelijke debatten kan worden toegevoegd dat het EHRM procedurele toetsing op verschillende manieren toepast. Soms maakt het EHRM gebruik van procedurele toetsing met betrekking tot de proportionaliteitstoets en soms met betrekking tot de beoordelingsmarge van staten; soms beroept het zich exclusief op procedurele toetsing, maar veel vaker past het procedurele toetsing en materiele toetsing gezamenlijk toe in dezelfde zaak.
- Type
- Chapter
- Information
- Process-based Fundamental Rights ReviewPractice, Concept, and Theory, pp. 409 - 418Publisher: IntersentiaPrint publication year: 2021