Hostname: page-component-78c5997874-t5tsf Total loading time: 0 Render date: 2024-11-20T02:29:48.620Z Has data issue: false hasContentIssue false

The Cultural Origins of the Dutch Economic Modeling Practice

Published online by Cambridge University Press:  26 September 2008

Adrienne van den Bogaard
Affiliation:
Centre for Studies of Science, Technology and SocietyThe Netherlands

Abstract

The Netherlands has been a pioneering country in the development of macroeconometric modeling and its use in economic policy. The paper shows that the model was used to overcome the fragmented culture of Dutch pillarization. It proves that the specific use (and institutionalization) of modeling in the policy process is at least partly shaped by a nation's (historical) social structure. The case study relates to the outcome of a controversy within the social democratic pillar in the Netherlands in the period 1930–50 as to how to plan the economic system in the context of the social developments leading up to the crisis, World War II, and the postwar recovery.

Type
Article
Copyright
Copyright © Cambridge University Press 1999

Access options

Get access to the full version of this content by using one of the access options below. (Log in options will check for institutional or personal access. Content may require purchase if you do not have access.)

References

Bank, J. 1978. Opkomst en ondergang van de Nederlandse Volksbeweging. Deventer: Kluwer.Google Scholar
Bemelmans-Videc, M. L. 1984. “Economen in overheidsdienst 1945–1975.” Ph.D. dissertation, Erasmus University, Rotterdam.Google Scholar
Boumans, M. 1992. A Case of Limited Physics Transfer: Jan Tinbergen's Resources for Re-shaping Economics. Amsterdam: Tinbergen Institute Research Series no. 38.Google Scholar
Boumans, M. 1995. “The Change from Endogenous to Exogenous in Business-Cycle Model Building.” LSE Center Discussion Paper Series, DP 13/95.Google Scholar
Cobbenhagen, J. M. H. 19381939. “Economische karaktertrekken der geordende maatschappij l.” Maandschrift Economie 4:16.Google Scholar
de Hen, P. 1980. Active en re-actieve industriepolitiek in Nederland. Amsterdam: De Arbeiderspers.Google Scholar
de Man, H. 1929. De psychologie van het socialisme. Arnhem: Van Loghum Slaterus.Google Scholar
Den Butter, F. A. G., and Morgan, M. S.. 1998. “What Makes the Models-Policy-Interaction Successful?Economic Modelling 15:443–75.CrossRefGoogle Scholar
Gastelaars, M. 1985. Een geregeld leven: Sociologie en sociale politiek in Nederland, 1925–1968. Amsterdam: SUA.Google Scholar
Huysen, C. 1986. Socialisme als opdracht, de religieus socialistische Arbeiders Gemeenschap der Woodbrookers en de PvdA — de geschiedenis van een relatie. Baarn: Anthos.Google Scholar
Klamer, A. 1990. Verzuilde dromen. Amsterdam: Uitgeverij Balans.Google Scholar
Kleerekoper, S. 1935. “Devaluatie en conjunctuur.” De Socialistische Gids 20: 583–95.Google Scholar
Kossman, E. H. 1986. De lage landen 1780–1980: Twee eeuwen Nederland en België. Amsterdam: Agon.Google Scholar
Kuin, P. 1938. Ordening als maatschappelijk verschijnsel. Haarlem: Tjeenk Willink & Zoon.Google Scholar
Lijphart, A. [1968] 1979. Verzuiling, pacificatie en kentering. 3rd rev. ed. Amsterdam: J. H. de Bussy.Google Scholar
Milward, A. S. 1972. The Fascist Economy in Norway. London: Oxford University Press.Google Scholar
Morgan, M. 1990. The History of Econometric Ideas. Cambridge:Cambridge University Press.CrossRefGoogle Scholar
Morgan, M., and Morrison, M.. Forthcoming. Models as Mediators. Cambridge: Cambridge University Press.CrossRefGoogle Scholar
Porter, T. 1995. Trust in Numbers. Princeton: Princeton University Press.Google Scholar
Steenkamp, P.A.J.M. 1951. De gedachte der bedrijfsorganisatie in protestants christelijke kring. Kampen: J. H. Kok.Google Scholar
Stuurman, S. 1983. Verzuiling, kapitalisme en patriarchaat. Nijmegen: SUN.Google Scholar
Theil, H. 1953. Econometric Analysis of the Dutch Economic System. CPB Report A1, 28 September.Google Scholar
Tinbergen, J. 1936. “Kan hier te lande, al dan niet na overheidsingrijpen, een verbetering van de binnenlandse conjunctuur intreden, ook zonder verbetering van onze exportpositie? Welke leering kan ten aanzien van dit vraagstuk worden getrokken uit de ervaringen van andere landen?” Praeadviezen voor de Vereniging voor de Staathuishoudkunde en de Statistiek, 62108. The Hague: Nijhoff.Google Scholar
van Cleeff, E. 1939. Sociaal Economische Ordening: een ideologisch-sociologische beschouwing van religieus standpunt. Arnhem: Van Loghum.Google Scholar
van Cleeff, E. 1941a. “Beteekenis en inrichting eener Nationale Boekhouding.” De Economist 90:608–23.Google Scholar
van Cleeff, E. 1941b. “Nationale boekhouding: proeve van een jaaroverzicht Nederland 1938.” De Economist 90:415–24.CrossRefGoogle Scholar
van Cleeff, E. 19441945. “Theoretische planhuishoudkunde; hoofdlijnen enn problemen van een planmatig geleide economische orde.” De Economist 93:321362.CrossRefGoogle Scholar
van den Bogaard, A. A. 1999. Configuring the Economy. The Emergence of a Modelling Practice in the Netherlands, 1920–1955. Amsterdam: Thelathesis.Google Scholar
van Doom, J. A. A. 1996. “Schets van de Nederlandse politieke situatie.” In De ideologische driehoek: Nederlandsepolitiek in historischperspectief, edited by de Beus, J., van Doom, J. A. A., and de Rooy, P., 951. Amsterdam: Boom.Google Scholar
Verwey-Jonker, H. 1935. “Vijf en twintig jaar socialistische theorie.” In Ir. J. W. Alberda, een kwart eeuw parlementaire werkzaamheid in dienst van de bevrijding der Nederlandse Arbeidersklasse, edited by Boekman, E. et al. , 330348. Amsterdam: Arbeiderspers.Google Scholar
Wilts, A. 1997. Economie als Maatschappzjwetenschap. Ph.D. diss., University of Amsterdam.Google Scholar
Zalm, G. 1998. “The Relevance of Economic Modelling for Policy Decisions.” Economic Modelling 15:309316.Google Scholar